prostitutiebeleid

Per 1 oktober 2000 is het Wetboek van Strafrecht gewijzigd waardoor het exploiteren van een bordeel niet langer strafbaar is. Prostitutie is daarmee een reguliere bedrijfsactiviteit geworden.

Deze wetswijziging brengt met zich mee dat gemeenten regulerend dienen op te treden ten aanzien van exploitatie van seksinrichtingen. Daarvan maakt deel uit een op te stellen lokaal prostitutiebeleid met bijvoorbeeld een vergunningenstelsel.

In de praktijk blijkt dat op de exploitatie van seksinrichtingen vele wet- en regelgeving van toepassing is (onder andere vreemdelingenwetgeving, bestemmingsplan, APV, bouwkundige regelgeving, horecaregelgeving, etc.). Dit maakt het opstellen en implementeren van prostitutiebeleid complex.

Enkele problemen die zich in de praktijk binnen gemeenten voordoen zijn bijvoorbeeld:

  • Problemen ten aanzien van de identificatie van prostituees: waar liggen de bevoegdheden tot identificatie, wat zijn redelijke sancties, hoe dient te worden opgetreden?
  • Op welke wijze kan in redelijkheid minderjarigheid en/of illegaliteit van de prostituee worden vastgesteld en vastgelegd in proces-verbaal?
  • In hoeverre kan de exploitant van een seksinrichting aansprakelijk c.q. verantwoordelijk worden gehouden voor een werkzame illegale of minderjarige prostituee? Welke inspanning mag men van een exploitant verwachten?
  • Op welke wijze kunnen exploitanten nog (aanvullende) maatregelen treffen om minderjarigheid en illegaliteit uit de inrichting te weren?
  • Op welk wijze dient er binnen de gemeente te worden gehandhaafd?
  • Onder welke voorwaarden kunnen vergunningen worden afgegeven en voor welke periode?
  • Hoe kan een situatie van jarenlang gedogen worden beëindigd c.q. aangepast of gelegaliseerd?

Advocatenkantoor Meester adviseert en begeleidt gemeenten bij het opstellen en implementeren van prostitutiebeleid en bijbehorende handhaving. Tevens kan indien gewenst ondersteuning plaatsvinden binnen concreet handhavingstraject.