Hoge Raad doet relevante uitspraak over afnameverplichting
De Hoge Raad heeft recent een belangrijke uitspraak gedaan over exclusieve afnameverplichtingen. Hoewel de uitspraak betrekking had op de leverantie van benzine lijkt deze ook relevant voor de exclusieve bierafnameverplichtingen.
In het kort was een tankstation van mening dat zij niet kon worden gehouden aan een exclusief afnamebeding voor de duur van 20 jaar met BP. De Hoge Raad stelt de pompstationhouder in het gelijk en is van mening dat er sprake is van “markt afschermende werking”. Daarbij wordt onder meer verwezen naar het uitgangspunt (zoals vastgelegd in een zogenaamde “groepsvrijstelling”) dat exclusieve afnamebedingen in beginsel slechts onaantastbaar zijn indien deze een maximale duur van 5 jaar hebben.
Opzienbarend is de uitspraak van de Hoge Raad overigens niet, aangezien het Gerechtshof eerder een identiek oordeel velde. Wel is van belang dat het hoogste rechtscollege dit standpunt nu heeft overgenomen.
Wat is hiervoor het belang in de horecapraktijk?
Exclusieve bierafnameovereenkomsten vallen onder dezelfde regelgeving als exclusieve afname van benzine. Met uitzondering van de contracten van Heineken, die als “dominante partij” een bijzondere positie in de horeca innemen, kan deze uitspraak dan ook worden toegepast op exclusieve bierafnameverplichtingen.
Hoewel in het geval van de BP-uitspraak de uiteindelijke afnemer door de Hoge Raad in het gelijk is gesteld, mag hieruit echter niet worden afgeleid dat horecaondernemers op eenvoudige wijze exclusieve bierafnameovereenkomsten kunnen laten vernietigen. Daarbij speelt onder meer een rol dat in het geval van de BP-uitspraak sprake was van een binding van 20 jaar (in ieder geval aanzienlijk langer dan 5 jaar). Daarnaast kreeg de afnemer in de BP-zaak van de rechter eerder een lastige “bewijsopdracht” om aan te tonen dat sprake was van “marktafschermende werking” De ondernemer in de BP-zaak is in deze bewijsopdracht geslaagd, onder andere juist door die lange duur van het afnamebeding. Deze “hobbel” dient echter door een horecaondernemer nog wel te worden genomen in een procedure.
In ieder geval bevestigt de Hoge Raad nogmaals dat er door brouwerijen risico’s worden gelopen als zij een exclusief bierafnamebeding sluiten voor een duur van langer dan 5 jaar.