Wanneer heb ik een gebruiksvergunning nodig?

Voor het mogen gebruiken van panden met een hoog bezoekersaantal (meer dan 50 personen tegelijk aanwezig) was in het verleden altijd een gebruiksvergunning vereist. Om deze panden te mogen gebruiken, diende de ondernemer/exploitant een gebruiksvergunning aan te vragen. Deze werd door de gemeente beoordeeld op de brandveiligheidregelgeving, die was opgenomen in de bouwverordening van de gemeente.

Gebruiksvergunning in veel gevallen niet meer nodig.
Met ingang van 1 november 2008 is deze vergunningsplicht  voor de meeste gevallen komen te vervallen. Op 1 november 2008 is het zogenaamde Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) in werking getreden. In 2012 zijn deze regels overgegaan naar het Bouwbesluit 2012. Hierin zijn landelijk uniforme regels vastgelegd over het brandveilig gebruik van bouwwerken en gebouwen. Gemeenten mogen niet langer in hun bouwverordening zelf brandveiligheidregelgeving opstellen, maar moeten zich conformeren aan deze landelijke wetgeving.

Tevens is met de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit, en later het Bouwbesluit 2012, de figuur van de gebruiksvergunning voor circa 80 % van de gevallen komen te vervallen. Op dit moment is alleen nog een gebruiksvergunning nodig voor, kort gezegd, panden waarin bedrijfsmatig of in het kader van zorg nachtverblijf wordt verschaft aan tien of meer personen of aan panden die gebruikt worden voor dagverblijf aan meer dan tien personen jonger dan twaalf jaar of meer dan tien lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen (al mogen gemeenten deze aantallen wel zelf naar boven of beneden bijstellen).

Met andere woorden: de gebruiksvergunning is met name nog vereist voor hotels, pensions, scholen, kinderopvang en zorginstellingen.

Dit betekent dat verreweg de meeste horecagelegenheden niet langer een gebruiksvergunning nodig hebben. Wel zijn zij, indien er meer dan vijftig personen gelijktijdig aanwezig kunnen zijn, verplicht een zogenaamde gebruiksmelding te doen. In de gebruiksmelding wordt aan de desbetreffende gemeente aangegeven dat het pand in gebruik zal worden genomen en voor hoeveel personen en op welke wijze dit zal geschieden. De gemeente heeft dan vier weken de tijd om te reageren op de gebruiksmelding. In die tijd kan zij bijvoorbeeld een controle uitoefenen om te bezien in hoeverre aan de eisen wordt voldaan. Overigens, ook na het verloop van deze vier weken blijft de gemeente bevoegd dergelijke controles uit te oefenen. Ook is de gemeente bevoegd de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 rechtstreeks te handhaven en om nadere voorwaarden op te leggen aan het gebruik, indien zij meent dat dit uit het oogpunt van de brandveiligheid noodzakelijk is. Dergelijke (beperkende) voorwaarden kunnen ook na de termijn van vier weken nog worden opgelegd.

Gebruiksvergunning opgegaan in omgevingsvergunning
Met de komst van de Wabo per 1 oktober 2010 is het verlenen van de gebruiksvergunning opgegaan in de omgevingsvergunning. De “gebruiksvergunning” dient dus sinds deze datum aangevraagd te worden door middel van een aanvraag om omgevingsvergunning voor het brandveilig gebruik van een pand.
Indien geen gebruiksvergunning noodzakelijk is maar slechts een gebruiksmelding nodig is dan mag een dergelijke gebruiksmelding worden gedaan gelijktijdig met een–eventuele–aanvraag omgevingsvergunning, maar dit is niet verplicht. Een gebruiksmelding mag dus ook los van de aanvraag om omgevingsvergunning worden gedaan. Uiteraard kunnen zich ook gevallen voordoen waarin in het geheel geen omgevingsvergunning noodzakelijk is en alleen een gebruiksmelding gedaan hoeft te worden.

Oude gebruiksvergunning geldt als gebruiksmelding
Voor ondernemers die al over een gebruiksvergunning beschikten voor 1 november 2008 geldt deze gebruiksvergunning van rechtswege als een gebruiksmelding. Let wel op; de gebruiksvergunning zoals die bestond geldt in zijn geheel als gebruiksmelding. Dus ook in het geval er aan de oude gebruiksvergunning bijvoorbeeld beperkingen waren verbonden ten aanzien van het maximaal aantal personen, dan is deze gebruiksbeperking ook bij de gebruiksmelding gedaan. Bent u van mening dat u op grond van de nieuwe regelgeving meer personen binnen zou mogen hebben (of heeft u verbouwd en is op die grond een hoger bezoekersaantal mogelijk), dan dient u een aangepaste gebruiksmelding te doen dan wel een verzoek tot het wijzigen van de voorwaarden bij de gebruiksmelding te doen. 

Gebruiksvergunning/gebruiksmelding rust op pand
Zowel de omgevingsvergunning voor gebruik als de gebruiksmelding zijn zaakgebonden. Dat wil zeggen dat een nieuwe gebruiker die de oude wijze van gebruik voortzet niet opnieuw een melding hoeft te doen of een vergunning hoeft aan te vragen. Let wel op: indien het gaat om een gewijzigd gebruik of aanpassingen in het gebruik van een pand, dan dient wel een nieuwe melding gedaan te worden of vergunning aangevraagd te worden. Dit geldt ook als het pand wordt verbouwd.
Bestaande gebruiksvergunningen voor bijvoorbeeld hotels of pensions hoeven bij overname dus niet opnieuw aangevraagd te worden (mits het gebruik ongewijzigd blijft) maar kunnen overgeschreven worden op naam van de nieuwe gebruiker/exploitant. Hiervoor kan een verzoek worden ingediend bij de gemeente.

Gelijkwaardige oplossingen voor brandveiligheid
Indien er twijfel bestaat over de uitleg van de voorschriften van het Bouwbesluit 2012, dan kan het raadzaam zijn een brandveiligheidsdeskundige in te huren. Het Bouwbesluit biedt namelijk expliciet de mogelijkheid in artikel 1.3 om op een andere manier dan is opgenomen in het Bouwbesluit 2012 aan de brandveiligheidseisen te voldoen.
Het is dan wel de ondernemer die naar genoegen van de gemeente aannemelijk zal moeten maken dat de situatie zoals die bij hem bestaat even brandveilig is als in de situatie waarin de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 één op één worden toegepast. Desalniettemin kan de zogenaamde gelijkwaardigheid in sommige gevallen uitkomst bieden. Denk daarbij met name aan bijzondere of afwijkende situaties of grote, multifunctionele panden. Maar ook bij kleinere horecazaken kan zich de situatie voordoen dat de bestaande situatie even brandveilig is als de situatie zoals beschreven in het Gebruiksbesluit, maar dan op een alternatieve, gelijkwaardige manier.

Raadpleeg bij twijfel altijd een brandveiligheidsexpert.